Aardbolletje

Mama en ik hebben er een woord voor: aardbolletje. Als een van ons dat zegt, nemen we even de tijd om stil te staan en het grotere geheel te zien. Vaak volgt een gevoel van geluk. Want we zitten hier toch maar mooi op dit kleine aardbolletje. Op zulke momenten komen de vormen, geuren, kleuren en geluiden intenser binnen. Soms lijkt het dan zelfs alsof ik de tijd kan zien. En hoe klein “mijn” tijd is op die hele grote tijdlijn.

Dat sluit aan bij wat ik deze week heb geleerd: met een groot zoeklicht de wereld bekijken. Het is een beetje zoals “ontfocussen” met je ogen—de scherpte weghalen, details loslaten en je interpretaties tijdelijk parkeren.

De kijkopdrachten in Amsterdam waren daar een perfecte oefening voor. We leerden kijken zonder direct betekenis toe te kennen, zonder alles te willen benoemen. Het gewone werd ineens ongewoon. Dat bleek lastiger dan gedacht: je eigen associaties en invullingen loslaten vraagt oefening.

Het deed me denken aan een kunstopdracht op de middelbare school: een zelfportret tekenen. Onze docent gaf toen een waardevolle tip: “Teken wat je ziet, niet wat je denkt te zien.” Geen ogen, neus of mond, maar puur lijnen en vormen. Je schakelt dan als het ware een mentale stap over, die normaal gesproken automatisch gaat. Je moet “ontzien” wat je denkt te zien, het beeld in je hoofd platslaan en nergens een betekenis aan vasthangen.

En ik denk dat dat niet alleen geldt voor tekenen. Misschien geldt het voor alles in het leven. Als je niet vasthoudt aan vaste interpretaties, kun je andere perspectieven toelaten. Nieuwe paden bewandelen in je hoofd, in plaats van altijd de gebaande snelweg te nemen.

Voor de journalistiek is dat een onmisbare vaardigheid. Je eigen invulling loslaten, onbevangen kijken en een situatie proberen te begrijpen vanuit een ander perspectief. Want pas als je echt leert kijken, kun je ook echt gaan zien.

Scroll to Top